Zeer ondernemend

zeer ondernemend jan13Klaarwakker lig ik in bed. Het is nog donker. Daar kan ieder moment verandering in komen. Onmiddellijk weet ik weer dat vandaag de starters dag bij de Kamer van Koophandel is. Aangezien ik wat serieuzer aan de slag wil als zelfstandige en er geen flauw benul van heb wat daar allemaal bij komt kijken, lijkt het me nuttig deel te nemen.

Even later zit ik op de fiets. Donkere wolken beloven regen voor ik de plaats van bestemming bereik. Totaal verzopen kom ik aan. Voor de deur van het enorme gebouw staat een imponerende mensenmassa. Iedereen is netjes gekleed. Inclusief ikzelf, alleen een beetje natgeregend dus. Wellicht ook dat die knalgele schoenen iets uit de toon vallen. Voorzichtig sluip ik naderbij. Het liefst zou ik heel hard wegrennen, want massa’s mensen vind ik soms nogal overweldigend.

Eenmaal binnen wordt de situatie weinig beter. Goed, het is droog. Verwilderd kijk ik om mij heen naar de alle kanten uitschietende, luid pratende en heftig gebarende mensen. Er wordt me een tasje in de hand gedrukt met een programmaboekje en een plattegrond. Mijn hart klopt snel en ik kan nauwelijks adem halen. “Rustig blijven, gewoon doen wat iedereen doet,” spreek ik mijzelf moed in. De woorden op de wegwijzers zeggen me niets. Mensen met vlaggen geven rondleidingen. Overal zijn informatiestandjes, maar geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt iemand aan te spreken.

Dan spreekt ineens ’n dappere ziel mij aan. “Lukt het allemaal een beetje?” vraagt de beste man. Ik ben niet in staat een woord uit te brengen. Wat bedoelt hij met die vraag, spookt er door mijn hoofd. Hoe kan ‘het allemaal’ ‘een beetje’ lukken? Wanneer lukt iets überhaupt een beetje? Wat valt er onder ‘het allemaal’? Werkelijk alles? “Are you English?” probeert hij dan, zich gewaar van mijn ontreddering. Ik ontken en biecht op dat ik een antwoord op zijn vraag aan het bedenken was. Natuurlijk weet ik wel dat het gewoon een vriendelijke nietszeggende vraag was en hij alleen klanten probeert te werven en ik even vriendelijk glimlachend ‘ja’ had moeten antwoorden. Daar is het nu te laat voor. Hij vraagt wat voor onderneming ik wil gaan opzetten. “Iets met kruiden,” stamel ik. Gelukkig heeft hij door dat er nu echt niets met mij te beginnen is en overhandigt een briefje. “Kijk hier maar eens naar, wij kunnen je in alle rust begeleiden.” “Dank je.” Snel schiet ik weg.

Een lezing over ‘ondernemen zonder risico’ blijkt best nuttig. De volgende is pas over 3 kwartier. Ergens zoek ik een rustig hoekje en speel zelfverzonnen woordzoekertje in het informatieboekje. De tweede lezing leert mij hoe een eigen bedrijf belastingtechnisch in elkaar zit. Zeer ingewikkeld allemaal. Pas weer 3 kwartier later komt de volgende lezing: ‘ontdek je talenten.’ Het ontbreekt me aan energie om daar op te wachten. Bovendien heb ik sterk het vermoeden dat mijn talenten elders liggen dan in de zakenwereld. Trillend van uitputting wurm ik mij in mijn jas en vlucht de regen in.