Er ligt een dode rat op het fietspad, totaal geplet. Daarna komt de hondenriem. Vervolgens de gele citroen, helemaal intact. In mijn brein ontspruit gelijk een verhaaltje over wat zich hier heeft afgespeeld. Niet slechts één scenario doemt op, mijn hersenen komen direct met meerdere opties op de proppen. Lachend word ik mij hiervan gewaar. Ook allerlei plannetjes schieten door mijn hoofd, zoals vanavond op het feestje aan iedereen gaan vragen wat zij menen dat er op het fietspad heeft plaatsgevonden. Het arsenaal aan verhaaltjes zal zich gestaag uitbreiden.
Natuurlijk ben ik er mij van bewust dat de voorwerpen op het fietspad niets met elkaar te maken hebben. Slechts het fietspad verbindt hen. Mijn fantasierijke brein doet iets desgelijks. Het is immers een van de functies van de hersenen: Informatie verzamelen, verbindingen leggen, conclusies trekken, verhaaltjes maken. Nu valt dat ‘fantasierijk’ eigenlijk best tegen. De meeste gedachten die op een dag de revue passeren, lijken best op elkaar. Het is daardoor voorspelbaar wat op wat volgt. Gedachten, de emoties die ze oproepen en de reacties daarop. Patronen die ik me heb aangeleerd. Alsof er een zender opstaat met de zelfde soort muziek.
Er zijn meerdere zenders, zo lijkt het. Vaak lukt het mij om er eentje op te zetten die me wel bevalt. Er zijn echter ook een aantal hardnekkige stoorzenders, die zo nu en dan roet in het eten komen gooien. Voor ik kan denken: ‘krijgen we dat weer’, hebben ze me al meegenomen in een avontuur waar ik helemaal niet op zit te wachten. Zodra ik ze betrap, gooi ik alsnog het roer om. Maak ik mij los uit het opslokkende scenario. Gewoon door te zien wat er gebeurt: Er wordt een verhaaltje gemaakt van de aanwezige informatie. Dat verhaaltje had net zo goed heel anders kunnen zijn, maar dat zie ik niet als ik er in zit. Dan ben ik de geplette rat die net met de hondenriem een citroen tegen z’n kop geslingerd kreeg.
Al fietsende bezie ik het geheel van een afstandje. Nu is heel duidelijk dat ik van de informatie kan maken wat ik wil. Er mee kan doen wat ik wil. Het is er gewoon. De citroen ligt daar mooi geel te wezen. Ieder bruin rattenhaartje is zichtbaar, de uitgestrekte pootjes, het haast kale staartje. De riem is zwart, ligt in een krul. Er zit een metalen sluiting aan. Het zijn dingen op de weg. Als ik voorbij ben, is er een versie van gevormd in mijn herinnering. Vanavond bestaan ze ook in de hoofden van mijn vrienden. Wellicht hebben andere voorbijgangers de voorwerpen eveneens opgemerkt. Ze zijn van niemand en van iedereen. Straks is de materie volledig vergaan. Omgevormd tot iets totaal anders. Dan bestaan ze nog slechts in het collectief van een oneindig aantal gedachten. Ongematerialiseerde mogelijkheden. Fijn idee dat ik eigenlijk niets met de informatie hoef. De dooie rat mag ik gewoon laten liggen. Zo ook de riem, citroen en de verhaaltjes van de stoorzenders.