“Waar is de wodka?” vraagt Valin. “Onder de theedoek,”zeg ik mat. Niet dat ik hem daar verstopt heb. De fles deed dienst om de doek rond de theepot te klemmen, zodat deze warm bleef. Hij lacht naar mij, terwijl hij de fles grijpt. “Je ziet er perfect uit,” zegt hij bewonderend. Mijn mosgroene boselfen verschijning is inderdaad uitermate geschikt. Voor zowel het feest, als om mij te verbergen tussen het groen, mocht de ordedienst ongenodigd komen opdagen. Valin is in het zwart.
Hand in hand sluipen we het duister in. We volgen een paadje door de heuvels. Oude eiken staan langs de weg. Ligusterbloemen geuren in het sterrenlicht. In de verte klinkt muziek. Daar zal het feestje van onze vrienden zijn. De her en der geplaatste voertuigen bevestigen dit. We mengen ons in het feestgedruis, waar we enthousiast begroet worden. Een gekleurd spel van licht zet alles in de schijnwerper. Ik spring op de opzwepende klanken, terwijl Valin zich bij het dj-team voegt. Het plan is dat hij later ook gaat draaien op de illegale rave. Langzaam raakt iedereen van de wereld, terwijl de voorraad alcohol en andere genotsmiddelen slinkt.
In de schemer van de dagenraad wandelen Valin en ik het bos in. Hij mag nog zeker een uur wakker zien te blijven voor zijn dj set begint. Het bos is prachtig. Vogels zingen. We komen door een klein dorpje, waar de bakker net aan het werk gaat. Hij groet ons lachend als ik Valin van de grond trek die midden op straat even lag te rusten. Onze terugweg voert door groene velden. Opeens komen we op een plek waar het gras verdwenen is. Slechts kale grond is hier te vinden, met kleine rechthoekige gaten. “Kaboutergraven,” mompel ik sinister. Valin knikt. Je weet nooit wie er naast de tekno-elfen op de rave zijn afgekomen.
Op het dansvloertje is het nog steeds gezellig als we terugkomen. Ik geniet van het feestje. Toch doet het pijn te zien dat zo velen bedwelmd zijn. Te voelen hoe mijn mooie vrienden en mijn lief verdwijnen. Weer vraag ik mij af waarom, terwijl míj de vraag gesteld wordt hoe het komt dat ik genoeg energie heb om zo fit rond te dansen. “Door nuchter te blijven,” sis ik met een geforceerde glimlach. Als om mijn standpunt kracht bij te zetten, spring ik nog uitzinniger op de beats. Wilder en wilder om de pijn te vergeten.
Valin ligt op de grond. Het hele feestje is redelijk dood. Een uitzinnige fan stort zich op hem en smeekt om een dj-set. Ik wurm me tussen de jongens in, roepend dat alcohol een harddrug is. Ergens besef ik dat dit de situatie niet verbetert. Dat de pijn die ik voel voortkomt uit mijn overtuigingen, die mij verhinderen bepaalde keuzen van anderen te accepteren. Het is uit liefde dat ik hen wil beschermen tegen het doomscenario dat ik voor mij zie. Echter, wat ik aandacht geef, dat groeit. Wellicht is het beter te accepteren wat is. Zowel mijn overtuigingen als het gedrag van anderen. Dat leidt tot kristalheldere vrijheid.