“Ga je nog op tafel dansen Wies?” vraagt mijn collega Sasja. Ze kijkt me vol verwachting aan. Dat is waar ook. Enkele dagen geleden heb ik haar beloofd samen op de tafel te dansen tijdens het afsluitingsfeestje. Aangezien dat vanavond is, begin ik de glazen vast opzij te schuiven. “Natuurlijk.” Haar ogen worden groot. “Je meent het! Je gaat echt op tafel dansen.” “Uiteraard,” zeg ik, terwijl ik opsta en een been op de tafel gooi. “Oh nu moet ik mee, dat heb ik beloofd,” zegt Sasja een beetje in paniek. “Wat kunnen ze ons maken?” vraag ik. “Ontslaan?” Ze grijnst. Het verhaal wil dat ons bedrijf vanwege de financiële crises in de problemen is gekomen en nu dus ophoudt te bestaan. We staan al op straat. En nu ook op de tafel. Aniek, mijn collega die de muziek regelt, draait het volume een stukje hoger, terwijl wij quasi vrolijk staan te swingen.
Enkele uren later is het feestje een beetje afgelopen. We lopen naar buiten. In het raamkozijn, aan de overkant, hangen een paar jongens uit de bediening ontzettend lam te wezen. “Iemand nog een stukje taart?” vraagt Dominique. Er is heel wat overgebleven van het diner wat we samen genuttigd hebben. Hijzelf neemt alvast een flink stuk. “Wie gaat er nog mee uit?” wil Stefan weten. Daar ben ik wel voor in. “Gaan jullie ook mee?” vraag ik aan Aniek en Sasja. “Nee, die kerels zijn echt strontvervelend als ze dronken zijn.” Dat belooft wat. Stefan vertelt dat het de week ervoor al weer licht was toen ze naar huis gingen. “Ik ben toen met Jesse in de nachtclub geweest, keiduur, en toen we buiten kwamen, was d’r zo een dealer met coke, dus maar een lijntje genomen, want daar kan ik dan geen weerstand aan bieden.” Mijn blik valt op Jesse, een knappe tiener die nu om een of andere reden met zijn hand in zijn broek zit. Blijkbaar doet hij wel vaker vreemde dingen, maar coke? “Ja fantastisch die wietpas,” zeg ik sarcastisch. “Je wordt nu overal aangesproken door drugsdealers.” Stefan knikt bevestigend dat dat inderdaad een probleem is. “Want die gastjes hebben echt niet alleen wiet bij zich. Toen je nog gewoon naar een koffieshop kon, was dat veel meer gescheiden.” Peinzend knik ik. Niet dat het mij persoonlijk iets uitmaakt. Drugs vormen geen bron van verleiding.
We lopen de discotheek binnen. “Naar het podium, daar is ruimte om te dansen,” zegt Joost. De rest van de nacht vermaak ik me er uitstekend. Een grappige Belg heeft ‘goesting’ mij te kussen. Vriendelijk sta ik zijn aanbod af. Om 4 uur worden we eruit gegooid. Buiten is het een drukte van jewelste. Een paar bezopen jongens zijn op elkaar aan het inslaan. De politie is druk doende alles in goede banen te leiden. Een mooi moment om er vandoor te gaan voor een paar uurtjes slaap, besluit ik en neem afscheid van Joost en Stefan. De rest is te ver heen om ergens notitie van te nemen.