Erin is doodgebeten door een hond. Een bizarre gebeurtenis die ik hier niet uit de doeken ga doen. Stel je een slechte detective voor waarvan je denkt: “Dit kan echt niet!” en dan heb je het ongeveer. Het rauwe tot stof vergaan van mijn dierbare kater, maakt in mij veel stof tot nadenken los. Of beter gezegd; van gewaarworden. Het lijkt of ikzelf ook verga, althans een deel van mij. De vergankelijkheid van de dagelijkse realiteit is dan ook even moeilijk te accepteren. Op zich een prachtig concept. Dingen komen en gaan, zodat er steeds plaats is voor iets nieuws. Een nieuwe ervaring om vol verwachting naar uit te kijken en vol overgave van te genieten. Een jong katje nog blind en doof, ontwakend uit de geboortesluier; Fris groen ontsproten knoppen in het voorjaar; Blaadjes in de herfst die met al hun kleurenpracht naar beneden dwarrelen; Een witte deken van sneeuw; Krakend bevroren meren waar het in de zomer heerlijk zwemmen is.
De pijn die ik nu voel, doet mij beseffen dat ik veel van mijn gevoelens met betrekking tot liefde ontvangen en geven op Erin heb geprojecteerd. Verlangens om gezien te worden, geaccepteerd en gewaardeerd. Een kat geeft immers onvoorwaardelijke liefde, maar is vergankelijk. De pijn van het verlies is onherroepelijk verbonden met het liefhebben van het vergankelijke.
Het leven kan ook anders zijn dan ronddobberen in een oceaan vol mogelijkheden en mij als een drenkeling vastklampen aan dat wat mij bekoort. Erin heeft mij nooit pijn willen doen, nog enig ander wezen of enige creatie die ik gekend heb. Lijden ontstaat, omdat ik mij voor liefde afhankelijk maak van de vergankelijke realiteit, die slechts bedoeld is om mij te amuseren. Liefde zou ik beter in mijzelf kunnen vinden, net als acceptatie en waardering. In de altijd stabiele kern van mijn Wezen. Van daaruit gezien is het leven een spel. Is er enthousiasme voor de uitdagingen die het leven biedt, omdat wat echt belangrijk is altijd in mij verankerd zal zijn. Erin herinnert me aan mijn Zelf, net als alle andere schoonheid en vormen van liefde die ik op mijn pad tref. Hij kan deze echter nooit vervangen. Wel mij er een stukje dichter bij brengen.
Nu is de uitdaging de heelheid in mijzelf te herkennen, in plaats van meer te maken van de perfecte creaties die ik tegenkom. Dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Gelukkig lukt het mij geregeld wel en dan is ‘t leven eigenlijk heel oké. Erin is er altijd erg goed in geweest, door gewoon zijn ongecompliceerde zelf te zijn. Als mij dat even niet lukte, kwam hij me kopjes geven. Zijn afscheidscadeau was ook erg mooi: ’t gemartelde lichaam hebben we nooit gevonden, maar wel een struik glanzend zwarte bramen in de ochtendzon, alsof hij wilde zeggen: “Ik mag dan niet meer Erin zijn, de wereld heeft nog heel veel waardevols. Focus je daarop zonder je er in vast te bijten en vind het in jezelf.”