14 juni, 2010
Verbijsterd staar ik naar het informatiebord. Blijkbaar heb ik mijn trein vanuit Hannover naar Nederland gemist. Hoe ik dat voor elkaar heb gekregen begrijp ik niet, want ik was ruim op tijd op het station. Uitgezocht waar ik precies moest zijn en toen heb ik wat rondgelopen. Me verbaasd over de vele agenten die er uit zien alsof ze ieder moment een gevecht verwachten. Verzeilde in een kiosk en bedacht dat ik vroeger vaak de trein miste als ik verdiept was in een of ander tijdschrift. Nu had ik gewoon een tien minuten latere vertrektijd in mijn hoofd gekregen dan dat de trein in werkelijkheid was weggereden.
Dat wordt dan toch nog liften naar huis, besluit ik bij het loket, aangezien er pas heel laat weer een trein gaat, waarvoor ik een heel duur nieuw kaartje mag kopen. Heb ik ook eens de terugweg nauwkeurig gepland! Gelukkig schijnt het zonnetje. Na een lange wandeling door de stad, vind ik een geschikte plaats om de snelweg op te liften. Al snel word ik meegenomen en iemand zet me op een parkeerplaats af. Van hieruit is het makkelijker een geschikte lift te vinden, al weet ik niet precies welke richting ik op moet. Weer iemand neemt me mee, we spreken over muziek, de wereldproblematiek. Intussen slaat het weer om. Het begint steeds harder te waaien en regen striemt tegen de ruiten. We horen op het nieuws dat de storm al 10 doden heeft geëist. Als ik uitstap op de volgende parkeerplaats is het gelukkig even droog. De wind is echter sterk en de mensen die voor me stoppen moeten allemaal een andere kant op. Al snel regent het weer.
Dan stopt een auto en een jongeman doet de deur open. Hij kijkt me aan met zijn mooie blauwe ogen en vertelt dat hij geen idee heeft of hij de goede kant voor mij op gaat, omdat hij altijd op de Tomtom rijdt. Ik ben op slag verliefd en het kan me dan ook helemaal niet schelen waar hij heenrijdt, ik ga gewoon mee. Allicht dat het weer ietsjes meespeelt in mijn beslissing. Ergens in de auto ligt een kaart waarop ik ontdek dat er vanuit zijn plaats een snelweg richting Nederland loopt, dus dat komt wel goed. We vertellen elkaar van onze levens. Ik geniet van de rit, zelfs als we bijna bij de voorburen, die plotseling op de rem hangen, naar binnen rijden. Verschrikt slaat hij zijn hand voor zijn mond, “oh sorry” roept hij uit, “ben je geschrokken?”. Geruststellend raakt hij even mijn been aan. Ik bedenk juist dat deze rit van mij wel lang mag duren en daar doemt in de verte al een file op. We staan er nog maar net in als hij telefoon krijgt. Zijn vriendin natuurlijk. Hij legt haar de situatie uit en zegt dat hij wat later zal zijn. “Undisclosed desires” van Muse speelt op de radio. Ik kan de ironie van het lot wel waarderen. Wegens wegwerkzaamheden worden we de snelweg afgestuurd en hij is het spoor bijster als de Tomtom op tilt slaat. Na een tijdje raken we alsnog op de plaats van bestemming. Daar stopt hij bij de afgesproken weg en tilt mijn rugzak uit de auto. We omhelzen elkaar en hij kust mijn wangen. Dan ben ik weer alleen in de regen en de wind.
Een echtpaar neemt me al snel mee richting Nederland, nog een volgende lift klaart de klus. Op het nieuws verneem ik dat het treinverkeer in Duitsland wegens de storm is stilgelegd en dat Hannover de voetbalwedstrijd heeft verloren.