In het nauw voor dag en douw

Mijn lange wollen winterjas ruikt nog heerlijk naar de rook van het kampvuur de avond ervoor. Het was laat geworden, maar ik ben natuurlijk gewoon iets over zes wakker. Het bos roept. Al gauw ben ik mijn lekkere warme bedje uit. Eerst naar ’t toilet en dan het bos in. Althans, dat is het idee. Ik krijg de wc-deur echter niet meer van slot. Het hendeltje is volledig doorgedraaid. Kan alle kanten op, maar binnenin het slot gebeurt er niets. Zachtjes grinnik ik. Dit overkomt mij weer hoor, ‘s morgens vroeg als iedereen nog slaapt zit ik opgesloten.

Een superklein toiletkamertje is het. Je kunt alleen maar dwars op de pot zitten, met je benen onder het kleine wasbakje, want anders steken ze door de deur heen. Gelukkig heb ik bij gebrek aan ochtendjas mijn winterjas aangetrokken. In ieder geval zal ik warm blijven. Verder heb ik ook een washandje bij me, omdat ik van plan was een snelle douche te nemen na het toiletbezoek. Dan was ik me hier maar.

Er is weinig te doen op het toilet verder. Er hangt een wegenkaart van Duitsland met daaroverheen een tekening van Nieuw Zeeland. Ik heb dat alles al lang eerder bekeken. Gezien dat de schaduwen op de tekening niet kloppen, tenzij er meerdere zonnen aan de hemel staan. Leuk idee wel dat je zo via het Duitse wegennetwerk Nieuw Zeeland binnenrijdt. Het is nog altijd veel te vroeg om mensen wakker te gaan schreeuwen.

Dan hoor ik een deur. Mijn vriendin Diënne is zowaar al wakker. “Ik krijg de deur niet open,“ zeg ik als ze voorbij loopt. “Ik geef je zo de sleutel wel, “ zegt ze, denkende dat ik de voordeur bedoel om naar het bos te gaan. “Ik zit op het toilet!” zeg ik dan. “Ja, weet ik, ik kom heus niet binnen hoor.” Het slotje was wit namelijk, wc vrij, en ze dacht dat ik bang was dat ze zomaar de deur open zou trekken. “Maar ik zit hier opgesloten, op de wc!” roep ik dan maar. Nu pas dringt mijn penibele situatie tot haar door. “Oh nee, hoe kan dat dan?! De lui met de nieuwe vaatwasser staan voor de deur, die moet ik snel binnenlaten, ik kom je zo redden! “ roept Diënne uit. “Ik zit hier al even, die paar minuten kunnen er ook nog wel bij,” zeg ik.

Wat later is het slot eruit gesloopt. We ontdekken dat ook nu geen beweging te krijgen is in het pinnetje dat de deur aan de muur vastgeklonken houdt. Een elektrische zaag biedt de uitkomst. Ik ben weer vrij. Diënne duikt haar bed nog even in, ik ga alsnog richting bos.

‘s Avonds is er een feestje in mijn favoriete kraakpand. Tot mijn grote verbazing is iedereen al op de hoogte van mijn avonturen die ochtend. Diënne blijkt het gebeuren op Faceboek te hebben gepost. Als ik op een gegeven moment vertrek, loop ik per ongeluk de wc in die naast de uitgang is. We komen niet meer bij van het lachen.