Fietstocht

18 oktober, 2010

Eigenlijk kan ik best op de fiets naar de bijeenkomst in België gaan, het is weinig meer dan 80km. Met het openbaar vervoer is er niet te komen. Bellen of ik met iemand mee kan rijden is nog een optie, maar nu het idee om op de fiets te gaan zich in mijn hoofd heeft genesteld, verdwijnt alle moed daarvoor. Natuurlijk wel nuttig om even uit te zoeken hoe ik het beste kan fietsen. Via een routeplanner ontdek ik 2 routes, waarbij merkwaardig genoeg de langste het snelst zou zijn. Nu kan dat kloppen. Hij gaat over Eindhoven, waarheen ik de weg ken. Maar hoe weet die routeplanner dat?!

Ik besluit hem te nemen. Naar Eindhoven gaat inderdaad redelijk snel, alleen bij Best even de fout in vanwege een omleiding. In Eindhoven ben ik een uur kwijt vanwege de volgende omleiding. Geloof er niks van dat dit sneller is, dwars door de stad. Eindelijk ben ik weer op het platte land. Weliswaar op een heel andere weg dan volgens de route aangegeven staat. Gelukkig heb ik van mijn moeder nog een klein landkaartje toegestopt gekregen en dat vergelijk ik met een paar richtingaanwijzers. Ah, daar ligt België al, ik zit er niet eens heel ver naast.

Bij de buren tref ik zowaar een Routenetwerk informatiebord. Daar staan allerlei cijfers op, die je ook in het echt langs de weg vindt en zo kan je een aantal nummers uitzoeken om een route te maken. Je hoeft dan alleen nog maar op de juiste nummertjes te letten in plaats van straat- en plaatsnamen. Ik schrijf een mooi rijtje op en fiets verder.

Soms blijkt een nummerpaal verdwenen, dan wordt het alsnog zoeken naar de weg. Een andere keer ben ik het verkeerde nummertje aan het volgen en mag ik een stuk terugfietsen. Dan volgt een lange rechte weg die maar blijft duren. Een paar nummertjes lang zelfs. Tot ik in het juiste dorpje terecht kom waar ik op een plattegrond naarstig op zoek ga naar de juiste straat. Ik kan er geen wijs uit. Waarom staan die dingen altijd met het noorden naar boven en niet met de actuele situatie? Ik ga er helemaal ondersteboven voorhangen om een beetje een overzicht te krijgen van waar ik nu precies ben. Een echtpaar ziet mij bezig en schiet te hulp. In plat Belgisch krijg ik uitgelegd dat ik bij ’t rooi licht’ linksaf mag en dan alsmaar rechtdoor. Zo geschiedt. Na wat zoeken vind ik de juiste straat.

Bij het juiste huis tref ik helemaal niemand aan. Blijkt dat huis bij een dwarsstraat te horen. De plek die ik zoek is ergens in het bos verstopt. Ik toer wat rond tussen het groen en ontdek dan een vrolijk groepje rond het vuur. Eindelijk.

De terugweg neem ik de langzame korte route. Maar ook die wordt zeker 90km. Dit keer omdat ik bijna thuis in het donker een verkeerde afslag neem. Mijn eigen vindingrijkheid blijkt nog altijd groter dan die van de Routeplanner.