Dansen in het duister

Het is ochtend. Ik kom net terug van een zwempartij in een meertje niet zo ver van hier. De algenplaag is bijna uitgestorven omdat het water begint af te koelen, maar er zit nog genoeg om hier en daar groene plekken op de huid te bezorgen. Om nog maar te zwijgen over de jeuk. Nu ben ik daar allemaal niet zo gevoelig voor en het meeste ongemak is met warme douche snel verholpen. Ik beschik zelfs over de luxe van een bad, dus mij hoor je niet klagen. Nog niet. Ik maak de voordeur open en tref op de mat een schrijven aan. Ik heb gelijk door dat het deze keer eens geen liefdesbrief is, ook al is de tekst rood omrand. Een blik op de woorden bevestigt dit vermoeden. De afzender is een energiebedrijf dat van zins is binnen enkele dagen de elektriciteit en het gas af te sluiten wegens wanbetaling. Er wordt een enorm bedrag genoemd. Gelukkig is het post voor mijn huisbaas, dus ik hoef me er verder niet druk over te maken. Denk ik.

Wanneer ik smiddags druk aan het schrijven ben over mijn avonturen van het afgelopen weekend, ik acht het niet ethisch verantwoord daar verder op in te gaan in deze rubriek, wordt er op mijn deur geklopt. De huisbaas. Hij heeft een aantal kledingstukken bij zich. Of ik ze kan repareren, want ik heb immers een naaimachine. “ze zijn gewassen hoor!” verzekert hij mij. Dat neem ik wel aan ja. Dan begint hij over de brief. “laat ze niet binnen, die lui van het energiebedrijf, want dan gaan ze aan de boel zitten rotzooien hier.” Ik was sowieso niet van plan  er iemand in te laten eigenlijk. Zou niet weten waarom. Maar of dat gaat helpen tegen het afsluiten van stroom en gas? Bij mijn weten hoeven ze daar helemaal niet voor naar binnen. “Hoe is die brief trouwens hier gekomen?” gaat de huisbaas verder. “Heb jij die aangenomen?” Ik ontken. “Door de brievenbus?” opper ik, maar dat wordt niet gehoord. Het geraas gaat nog even door. Dan verdwijnt hij.

Een van mijn huisgenootjes heeft de brief ook gezien. “Gaat dat over hier, toch niet hè?” vraagt ze een beetje in paniek. “Toch wel, we mogen niemand binnenlaten,” geef ik gelijk de orders van de huisbaas door. “Maar dat is keiveel geld en wat moeten we nu zonder stroom en gas?” Ik kan me er niet zo heel druk over maken. Er liggen nog een stel kaarsen. Bovendien heb ik al vaker op plaatsen zonder centrale verwarming gewoond. Dat wordt een paar extra truien aantrekken. Dubbele broeken, thermosondergoed. En dansen in het duister. De perfecte manier om warm te blijven. Misschien dat ik wel even wat batterijen voor mijn radio moet regelen, want zonder geluid valt er niets te dansen. Erin is er gelukkig ook nog om mij warm te houden. Een betere kruik kun je niet hebben. Mochten ze het water afsluiten, dan hoop ik dat tegen die tijd de algenplaag helemaal verdwenen is.