Op de kalender is het nog volop winter. Een zeer milde dit jaar. Vroege voorjaarsbloemen, zoals krokussen en narcissen, staan al overal in bloei, ook de gewone hazelaar is erg vroeg dit jaar. De vogeltjes doen vrolijk mee; lijsters zingen uit volle borst; merels vechten om een territorium; meesjes verkennen een nestkastje. Nu is het te hopen dat er ook al voldoende rupsjes en andere lekkere hapjes zijn, tegen de tijd dat de eerste kleintjes uit hun eieren kruipen.
Of het buiten nu warm of koud is, we hebben hier het geluk dat onze meeste huizen verwarmd zijn, en dat betekent dat we in februari al kunnen beginnen met het opkweken van groenten die van origine in een warmer klimaat leven. Deze planten zijn gebaad bij een lang groeiseizoen, willen zij vrucht kunnen geven. En die vrucht, daar is het ons juist om te doen.
In huize Wies is het ieder jaar weer een logistieke puzzel waar al het warmteminnend zaaigoed te plaatsten. Naast warmte hebben de jonge kiemen namelijk ook behoefte aan licht en voldoende water. Hiervoor aangewezen plek, de vensterbank, staat nog vol met overwinteraars voor wie het ook deze milde winter net iets te koud is buiten. Gelukkig is Wies erg creatief met het bouwen van opstellingen voor de plantjes, die aan al hun behoefte voorzien. Klein minpuntje is dat de rest van het gezin om die opstellingen heen moet leven en dat levert nog wel eens conflict op, bijvoorbeeld wanneer er tijdens het afwassen een lading stekjes vanaf de raamkant in de gootsteen belandt. Ook heeft Wies zoveel verschillende zaadjes, dat er altijd meer te zaaien valt dan het huis kan bergen.
Desalniettemin ook dit jaar weer vol goede moed aan de gang gegaan. Potjes vullen met aarde, naambordjes maken, water geven en dan de zaadjes erin. Paprika’s, aubergine, tomaten, artisjokken. Ook een aantal peulvruchten kunnen worden voorgezaaid en op een koele plek tot ontkieming komen. Sasha helpt met de kapucijners, tuinbonen. Ook met de pepers is ze van de partij. De zaadjes uit een gedroogd pepertje pulken en dan kunnen ze in de aarde. Helaas wrijft ze daarna in haar ogen en die beginnen natuurlijk verschrikkelijk te prikken. Snel met het arme kind onder de kraan en dan is het brandje gelukkig zo geblust. Een aantal kruidenzaadjes krijgen ook nog een plaatsje in de aarde.
Een dag later bedenkt Wies dat het tijd is voor een experiment. In deze milde winter gaat het vast wel lukken om groenten voor te zaaien, die normaal gezien pas in maart worden gezaaid. Kolen, wortel- en bietenzaad komt tevoorschijn. Peterselie, sla, prei en pastinaak. In de kas, achter in de tuin, is gelukkig nog plaats om het zaaigoed neer te zetten. Helaas waait die nacht het dak eraf. Voor het gaat regenen, timmert Wies gauw een stuk plastic op de kas vast, om de kiemen te beschermen. Hopelijk blijft dat zitten tot er weer een permanente oplossing komt.