Sterrenkracht

“Wauw, de Basilicum is toch nog opgekomen!” roept Frank enthousiast. In het licht van de ondergaande zon werp ik een blik op de sprietjes Bieslook die boven de grond uit piepen. Inmiddels weet ik dat bij hem elk kruid Basilicum heet. “Ik dacht dat die dood was,” vertelt hij vrolijk verder. “Daarom heb vorige maand dit hele veldje maar omgespit.” Lachend herinner ik hem er aan dat het toen nog vroor en de Bieslook het waarschijnlijk iets te koud vond om te gaan groeien. De grond is wel mooi los nu. Ergens heb ik een klein schepje gevonden, wat aan de andere kant een harkje is. Daarmee begin ik de grond te egaliseren. Graspollen en Paardenbloemen gaan eruit. Frank graaft met de grote schop wat oude aardappelen en maïsstronken uit.  Tot zijn verbijstering, stop ik af en toe een bloementje in mijn mond. Maarts viooltje staat er ook en Madeliefjes. “Wat doe je nu?” roept hij verschrikt. “Ze zijn lekker,” verzeker ik hem. “En gezond bovendien. Paardenbloemen zijn goed voor de lever en ze hebben een bloedzuiverende werking. Maarts viooltje verbetert de huid.” Hij kijkt me met grote ogen aan. Uiteindelijk wil hij een Madeliefje proberen. De smaak blijkt alles mee te vallen, beweert hij. Grijnzend zeg ik dat ik wel weet dat hij liever andere dingen eet. Zijn kruidenkennis gaat ongeveer zo ver als mijn muziekkennis. Het is dus maar goed dat mijn lief de DJ is en ik de herborist. Natuurlijk is het wel leuk van elkaar te leren. Inmiddels weet ik meer van een mengpanel dan ik ooit had durven dromen.

Een deel van het veldje bewerken we deze avond niet. Er gaan aardappelen gepoot worden. Ook komt er weer maïs. “Een aantal kolven van vorig jaar heb ik op het land laten liggen, ik dacht dat ze misschien zouden gaan groeien.” Leuk idee. Als ik over het stukje land loop, ontdek ik dat er inderdaad enkele maïskorreltjes spontaan zijn gaan kiemen. Ook niet alle aardappels zijn vergaan. Het is altijd weer bijzonder om te zien hoe levenskrachtig de natuur is.

Intussen is het serieus gaan schemeren. We kijken naar de prachtige lucht. Frank heeft zijn zaadvoorraad tevoorschijn gehaald. Venkel, Prei, Ui, Broccoli, Paksoi, Worteltjes, Tomaat, Courgette, Pompoen. Terwijl ik de zaden bekijk, haalt hij gauw een lamp naar buiten en sluit deze aan op de elektriciteit. Nu kunnen we weer goed zien waar we mee bezig zijn. In de geëgaliseerde grond maakt hij mooie groeven. Mijn handen heb ik gevuld met zaad. Voorzichtig loop ik achter hem aan en laat de zaadjes in de groeven vallen. Als alles een plekje heeft gekregen, maken we samen de groeven weer dicht. We zijn benieuwd wat er gaat groeien. “Zullen we ze water geven?” vraagt Frank. Wetende dat de zaadjes het liefst regenwater hebben, schut ik mijn hoofd. “Het gaat wel weer een keer regenen. Bovendien krijgen ze morgenvroeg dauw op hun bordje.” We laten het ingezaaide veldje achter onder de hoede van de sterren.

This entry was posted in Blog and tagged , , . Bookmark the permalink.

Reply

Your email address will not be published.

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>