Om hun snelheid staan ze niet bekend, toch weten ze in een hoog tempo jonge plantjes te verslinden. Het sterk smakende onkruid laten ze daarbij meestal staan. Zeker in regenachtige nachten slaan slakken graag hun slag. Op zonnige dagen verschuilen ze zich onder stenen en blaadjes, tot de omstandigheden wat gunstiger voor hen zijn.
Slakken bestaan er in allerlei soorten en maten. Huisjesslakken, naaktslakken, zoet- en zoutwaterslakken. Wat ze gemeen hebben is de behoefte aan een vochtige omgeving en hun weke tere lijfjes. Slakken behoren dan ook tot de weekdieren. Eigenlijk zijn het best nuttige diertjes. Ze werken heel wat tuinafval weg en maken hier fijne compost van. De watersoorten eten algen, waardoor het water helder blijft. Slakken vormen een voedselbron voor diersoorten zoals egels, kikkers, loopeenden en kippen. Ook heel wat mensen hebben een maaltje slakken verorberd.
Sommige huisjesslakken worden in het wild wel 8 jaar oud. Ieder jaar groeit hun huisje een stukje. In de winter zoeken ze een beschut plekje en dichten ze hun huisje af. Voor de schade in de tuin zijn meestal naaktslakken verantwoordelijk. Deze worden zo’n 3 jaar oud. Slakken zijn hermafrodiet. Na een paring gaan beide slakken eitjes leggen, soms wel 2000 stuks. Een strenge winter doet veel slakken sneuvelen en ook hun eitjes.
Het zou natuurlijk fijn zijn als de slak voorbij glijdt aan de met zorg opgekweekte plantjes. Uiteraard is er voor dit doel allerlei gif op de markt, maar dat komt onze leefomgeving vaak niet ten goede. Gelukkig zijn er methoden beschikbaar die de slakkenpopulatie doen kelderen én vriendelijk zijn voor de rest van de tuin. Zo kan het aantrekken van bovengenoemde natuurlijke vijanden een groot verschil maken, al zal een kip waarschijnlijk niet om dat net uitgeplante pompoenplantje heenlopen.
Een slakkenval is eenvoudig te maken door bakjes bier in te graven, waarop slakken massaal afkomen en in verdrinken. Slakvriendelijker is het creëren van slakkenschuilplaatsen en deze iedere dag leeghalen. Ook zijn er verschillende barrières te maken die ze niet graag nemen, zoals een afgeknipte petfles om een jong plantje geplaatst. Een flinke ring van schelpenzand, houtas of koffiedrap rondom zaailingen werkt ook slakkenwerend.
Het uitplanten van al wat grotere platen, helpt deze vaak om slakkenvraat te overleven. Natuurlijk kun je ook voor planten in je tuin kiezen, waar slakken helemaal niet van houden, zoals Oost-Indische kers, looksoorten en sterk aromatische kruiden. Houd graag de composthoop slakvriendelijk, dan kunnen ze daar hun gang gaan.