Reis door het heuvelland

Met geen mogelijkheid is het versgebakken brood uit de vorm te krijgen. Althans, niet in een stuk. Toch heb ik de bakvorm goed ingevet. Het brood is ook mooi gerezen. Nu ligt het in stukken op het aanrecht. Gelukkig heb ik nog een lekker zuurdesembrood uit Belgie in de diepvries liggen. In de nog warme oven zijn de sneedjes snel ontdooid. Ik rol ze in een theedoek. Dan spring ik vlug op mijn fiets en rijd naar het station.

Bibi staat al te wachten. Ze heeft een mooi groepje mensen verzameld, uit haast alle windrichtingen. Vietnam, Oekraine, Frankrijk, Turkije en Nederland. Van, uit Vietnam, stapt voor de tweede keer in haar leven op de fiets als we het heuvelland intrekken. Ze blijkt een natuurtalent.

Een voorspelling over mogelijke regenval, doet ons besluiten weer in de buurt van de duivelsgrot naar kruiden te speuren. Er groeit daar van alles. Een pas gemaaid veldje laat jonge Brandnetelscheuten zien. Paardenbloem staat er, jonge Weegbree. Van deze laatste plant, vinden we een stukje verderop ook wat volwassen exemplaren met grote taaie bladeren. Moeilijk voor te stellen dat het om de zelfde plant gaat. Aan de achterkant van de bladeren zijn de karakteristieke parallel lopende nerven te vinden, die als het blad horizontaal wordt gesplitst, draden achterlaten op het scheuroppervlak. Wat overtuigend genoeg laat zien dat het om de zelfde plant gaat. Er is Smalle- en Grote weegbree te vinden. Duizendblad staat in bloei. Meidoorn heeft al enkele rode besjes. De bladeren van deze bloeddrukregulerende plant zijn ook best smaakvol. Lekkere zoete bramen vinden we ook.

De Wilde peen, met haar afgeplatte witte bloemschermen, heeft wel een heel bekende geur, merken enkele van de kruidenverzamelaars op. “Wortel misschien?” opper ik. Dit blijkt inderdaad het geval. Het is er dan ook familie van. Midden in de witte bloemschermen is vaak een klein roodpaars bloemetje te vinden, als een pareltje in de sneeuw. Naast de geur een typisch kenmerk van de Peen.

Na een stukje weide draait ons pad het bos in. We lopen omhoog en in de schaduw tussen de bomen zijn de rode bessen van de Aronskelk te zien. Een giftige plant. Er staat ook een Boleet in half vergane staat. Geen plant, maar een paddestoel. Het lijkt om een Roodsteelfluweelboleet te gaan, maar door de aangefreten toestand, zou ik dit niet met zekerheid willen beweren.

Bovenop de heuvel staat veel Agrimonie in bloei. Een plant met mooie gele bloemetjes, die mij wel bekend is, maar waarvan ik de naam erg moeilijk uit te spreken vind. Mijn tong raakt ook vandaag weer in de knoop.

We dalen de heuvel een stukje af en komen op het grasveldje voor de Duivelsgrot. De zon laat nog altijd zijn stralende gezicht zien, dus we gaan lekker buiten zitten. Onze kruidenverzameling wordt gewassen, gesneden en met een dressing op smaak gebracht. Er zit azijn in om de prik van de brandnetels af te halen. Op de valreep vinden we nog wat klaprozenbloemblaadjes om de salade extra op te fleuren.

Tijdens de picknick worden allerlij verhalen verteld en annecdotes uitgewisseld. Het brood blijkt erg in de smaak te vallen. Er wordt mij gevraagd wat voor granen er in zitten en hoe het brood precies gemaakt is. Ik beloof het recept door te mailen. Grappig dat het over brood gaat op een kruidenwandeling. Toevallig smaakt zuurdesembrood goed met Kummel, een kruid dat helpt tegen een opgeblazen gevoel, dus kunnen we toch nog een beetje in het kruidenthema blijven.

This entry was posted in Blog and tagged , , , , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Reply

Your email address will not be published.

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>