Fietsend in de koude regen, realiseer ik mij dat ik toch nog niet helemaal bekomen ben van een soort griepje dat mij maandag ineens overviel. Het is maar 7˚C deze ochtend. Gelukkig ben ik al bijna op Moerveld. Dinsdag heb ik verstek laten gaan. Stagiaire Gerty was er die dag wel en heeft voor mij de honneurs waargenomen. In de kruidentuin heeft ze gras verwijderd en bieslook uitgeplant. Haar dappere werk werd beloond met een persoonlijk bezoek door een van de bijtjes, die sinds afgelopen weekend op Moerveld wonen. Dat was even schrikken. Nu zijn deze wondere wezentjes dicht bij elkaar gekropen in hun broednest.
Na het uurtje fietsen blijk ik ietwat wankel op mijn benen te staan. Dit gaat geen lange dag worden voor mij. Eerst begroet ik Fauztia en Larse. Zij vertellen mij dat de stroom is uitgevallen. Een kopje warme thee zit er even niet in. Gelukkig heeft Larse het haardvuur ontstoken. In de tuin ga ik op onderzoek uit. Daar blijkt Gerty inderdaad flink haar best te hebben gedaan. De kruidentuin ziet er een stuk florissanter uit. Het gras was er hard aan het groeien gegaan, omdat voor mij slechts het creëren van een prachtige kruidentuin al genoeg werk zou zijn, maar er is dus ook nog een moestuin bij en wat akkertjes met graan. Extra helpende handen zijn dan ook erg welkom.
Om het hoekje van de kas zie ik een stel van de kisten met kiemplantjes buitenstaan. Dat is merkwaardig. Wellicht heeft iemand ze van water willen voorzien. Op zich goed bedoeld, maar nu zijn de perspotjes volledig volgezogen en ook de bakjes waar ze instaan zijn helemaal gevuld. De plantjes zijn haast aan het verzuipen op deze koude ochtend. Zo snel als ik kan zet ik ze weer binnen en giet het overtollige water bij andere dorstige plantjes. Dan gaat mijn speurtocht verder naar de Moestuin. De omheining van gaas om bescherming te bieden tegen de nabij wonende konijnenfamilie is af zo te zien. Dat betekent dat er effectief uitgeplant kan worden.
Al snel blijkt dat iemand daar al mee begonnen is. De term effectief is hier echter niet op haar plaats. In keurige rijtjes staat er de Blauwe winde, een klimplant die voor over de omheiningen is bedoeld. Ernaast staan Korenbloemen, die eigenlijk de kruidentuin in mogen. Dan is er nog een veldje aangelegd met plukjes Brandnetel en ander hier ongewenst kruid. Ertussen staat een enkele Wortelpeterselie verborgen, of een Tomatenplant. Blijkbaar zijn deze niet als teeltgewas herkend. Al met al een wonderbaarlijk tafereeltje. Ik vraag een beetje rond, maar niemand weet het fijne van deze mysterieuze actie. Wel verneem ik dat er voor komende nacht vorst aan de grond verwacht wordt. De Blauwe winde kan dat niet hebben, dus ik graaf de plantjes snel weer uit en breng ze veilig de kas in.
Dan is het tijd voor mij om te gaan. Eerst laat ik nog een briefje in de kas achter dat ik hulp in de tuin zeer op prijs stel, maar het uitplanten graag met de mensen samen doe en de plantjes graag water krijgen, maar wel met mate. Als er gras uit de tuin verwijderd wordt, is dat altijd fijn natuurlijk.