Wilde Kruiden

In de vrije natuur, maar ook in de stad, een park, een bouwgrond of een industrieterrein zijn vele eetbare en medicinale kruiden te vinden. Het is wel fijn wanneer de grond waarop ze groeien redelijk zuiver is als we deze kruiden willen verzamelen. Voor gebruik liefst even goed afspoelen met water. Zelf kijk ik ook graag naar wat er allemaal staat en geniet ik van de schoonheid. Het boeit mij dat er op de meest door de mens beroerde plekken, toch altijd weer iets levends te vinden is. Een of ander dapper plantje strekt de blaadjes uit of keert een mooi bloemenhoofdje naar het zonlicht. In veel tuinen is een grote variëteit aan kruiden te vinden, de meest ongewenste blijken vaak een heerlijke delicatesse.


Kleine veldkers Cardamine hirsuta

Al vroeg in het voorjaar steekt dit dappere plantje de blaadjes in de lucht. Een heerlijk frispittige versnapering die al in menig salade een plaatsje heeft gevonden. Het zit boordevol vitaminen en mineralen die een dankbare aanvulling op de winterkost geven. Kleine veldkers groeit gemakkelijk. In haast iedere tuin is hij wel te vinden, al was het tussen de stoeptegels.

Daslook Allium ursinum

Deze plant begint ook vroeg in het jaar te groeien. Het is familie van de ui en de knoflook en dat is ook aan de smaak te merken. Daslook groeit graag in de halfschaduw van kalkrijke boshellingen, met een dikke vochtige humuslaag. Een stroompje in de buurt is helemaal ideaal. Van de bladeren is een heerlijke pesto te maken. Ook tussen de boterham of in een verse salade komt het goed tot zijn recht.

Maarts viooltje Viola odorata

De naam zegt het al, dit mooie paarse Viooltje bloeit in maart. Soms in september nog eens. Het houdt van de kalkrijke vochtige voedselrijke bossen. De bloemetjes zijn heerlijk in een salade. Ze hebben een zuiverende werking en verbeteren de huid.

Look zonder look Alliaria petiolata

Deze plant smaakt lookachtig, maar behoort niet tot de lookfamilie. Vandaar de naam. Vroeg in het voorjaar zijn de bladeren heerlijk door een salade, in een soepje of een stamppot. Het is een voedzame plant. De witte bloemen zijn ook eetbaar. Later in het jaar wordt de smaak steeds bitterder.


Grote brandnetel Urtica dioica

Op een voedselrijke grond, met veel stikstof, is de brandnetel vrijwel zeker te vinden. Eind februari zie je vaak al frisse jonge blaadjes tevoorschijn komen, die binnen enkele weken voor een serieus brandnetelveldje gaan zorgen. Nu is het een hele lekkere plant, met een specifieke smaak. Vanwege het geprik zou je er misschien niet gelijk aan denken de Brandnetel op je bordje uit te nodigen, maar dat geprik is heel makkelijk uit te zetten. Het wordt veroorzaakt door kleine naaldjes die bij de geringste aanraking afbreken en hun bijtende celsap, wat voornamelijk uit histamine en mierenzuur bestaat, in de huid te injecteren. Door tijdens het plukken, de plant van onder af te benaderen, strijk je met de richting van de naaldjes mee, zodat ze minder kans hebben binnen te dringen. Daarna is het zaak te zorgen dat de naaldjes hun lading eruit gooien zonder jou te prikken. Door de plant erg te kneuzen, gebeurt dat vanzelf. In gekookte gerechten, zoals een voorjaarssoep of brandnetelstamppot doet de hitte dat werk, maar je kunt Brandnetel ook prima rauw eten. Dan maken we het kruid eerst heel fijn, vervolgens gaat er een zure dressing overheen, van azijn of citroensap bijvoorbeeld, en past het geheel perfect in een salade. Vooral de jonge topjes zijn erg geschikt voor consumptie. Wanneer je een vers brandnetelblaadje met de onderkant naar binnen opvouwt, kun je het zo in je mond steken. Wel gelijk beginnen te knauwen, zodat het blaadje opgevouwen blijft. Het kan even oefenen zijn…..

Misschien vraag je je af, waarom al die moeite voor zo een prikplant? Behalve dat die een bijzondere smaak heeft, is de Brandnetel ook nog eens bijzonder voedzaam. Er zitten veel mineralen in, zoals ijzer, silicium, calcium en kalium. Organische zuren, essentiële aminozuren, vitamines. Deze stekelige vriend heeft bovendien een bloedzuiverende werking, is ontstekingwerend, verbetert de immuniteit en versterkt haren, nagels en huid.

Uitwendig is een aftreksel van de Brandnetel te gebruiken als spoelmiddel voor de haren, als je deze graag in een betere conditie ziet.

Brandnetelgier, te verkrijgen door de planten ongeveer 2 weken in een emmer water te laten staan, is een goed middel om over planten te verspreiden die je graag luizenvrij ziet.

Zevenblad Aegopodium podagraria

Een heerlijke plant die, eenmaal ergens uitgenodigd, met veel genoegen alle kanten begint op te groeien en zich niet snel meer laat verwijderen. Gelukkig is het een bijzonder voedzame plant, met ook nog eens een bloedzuiverende werking. Hij helpt bij de afvoer van afvalstoffen. Door vroeg in het voorjaar al de mooie jonge scheutjes te plukken en deze in salades, soepen, pasta’s en dergelijke te verwerken, zal de plant later in het jaar minder woekeren. Eigenlijk kan Zevenblad in de meeste gerechten ter vervanging van Spinazie gebruikt worden. Wanneer je het blijft plukken, heb je tot in de herfst steeds een nieuwe voorraad jonge blaadjes. Zevenblad vormt later in het voorjaar witte schermbloemen.


Vogelmuur Stellaria media

Een sappig, frisgroen plantje, dat ook al vroeg in het jaar begint te groeien. Vooral op een vochtige voedzame grond, zal het er mooi bijstaan. Behalve kleine ronde blaadjes, vormt het ook witte bloemetjes. Allemaal eetbaar. Heerlijk in een salade of door een stamppot. Vogelmuur is een voedzaam plantje, de consumptie ervan verbetert de conditie van de huid. Een olie op Vogelmuur getrokken, heeft een gunstig effect op eczeem.

Veel vogeltjes zien de sappige blaadjes als een versnapering. Anders zijn ze wel geïnteresseerd in de zaadjes die het plantje vormt.

Smalle weegbree Plantago lanceolata

Wat later in het voorjaar begint de Weegbree serieus te groeien. De langwerpige, groene blaadjes zijn lekker knapperig in een salade, maar ook door de puree of in een soep is het kruid op zijn plaats.

Weegbree bevat iridoïden, deze inhoudsstoffen hebben een bacteriedodende werking en verminderen allergische reacties. Daarom is een vers gekneusd Weegbree blad een goed middel bij insectenbeten of brandnetelprik. Weegbree heeft, inwendig gebruikt, een verzachtend effect op de luchtwegen bij een acute infectie. Honing op Weegbreeblad getrokken is een fijn middel bij verkoudheden.


Paardenbloem Taraxacum officinale

In het voorjaar kleuren velden geel van de Paardenbloemen en wat later zweven de zaadjes gepluisd door de lucht. Het is een kruid wat goed past in een zuiveringskuur. Als infusie, maar het blad is ook heerlijk in een salade, een soep of de stamppot. Ook de bloemen kunnen hier voor een vrolijk tintje zorgen. Met de bloemen kunnen we bovendien een verrassende siroop maken voor op de pannenkoek of een boterham, die zorgt voor wat meer energie in het voorjaar.

In het najaar heeft de Paardenbloem mooie dikke penwortels gevormd. Deze hebben net als de rest van de plant een zuiverende werking, maar dan wat sterker. Ook is de smaak nog een stuk bitterder.

Witte dovenetel Lamium album

Soms wordt deze plant verward met de Brandnetel, maar de Dovenetel is prikvrij. Vandaar ook de naam. De bloementjes van de Witte dovenetel hebben lekkere zoete nectar. Ze zijn eetbaar, net als de blaadjes. De bloemen hebben verder een gunstige werking op de baarmoeder wanneer er te veel witte afscheiding of bloedverlies is. Het vermindert krampen. Uitwendig gebruikt heeft Witte dovenetel een helende werking bij huidproblemen als eczeem.

Rode klaver Trifolium pratense

Weer wat meer richting de zomer, vinden we de eerste klaverbloemen in het veld. Deze bloemetjes zijn erg populair bij de bijen. In een salade of op een boterham zijn ze voor ons ook een versnapering. De jonge blaadjes zijn erg lekker als spinazie. Een klavertje 4 heet geluk te brengen. De meningen over of je een dergelijk exemplaar dan het beste opeet of bewaart, zijn verdeeld.

Klaver kan menopauzale klachten, zoals bodontkalking en overmatig zweten helpen verminderen. Ook werkt het Cholesterolverlagend.

Veldzuring Rumex acetosa

Er zijn verschillende Zuringsoorten, waarvan een aantal erg lekker is. De grote Ridderzuring is ongeschikt voor consumptie. Zuring is zuur vanwege het aanwezige oxaalzuur. Erg lekker en verrassend in een salade. Zuring is een dankbare bron van vitamine C en helpt daarmee de weerstand te verhogen. Ook heeft het een licht laxerende werking. Overmatig Zuring eten wordt afgeraden, omdat het oxaalzuur de neiging heeft calcium aan het lichaam te onttrekken.

Melganzenvoet Chenopodium album

Bijna het hele jaar door is deze plant te vinden. Vooral op plekken waar de grond onlangs is omgewoeld, zoals op bouwterreinen. De blaadjes zijn heerlijk fris knapperig in een salade, maar ze kunnen ook in warme gerechten spinazie vervangen. Vroeger werd het zaad van Melganzenvoet in het brood verwerkt.

Gewoon Duizendblad Achillea millefolium

Het fijne blad is al vroeg in het jaar te vinden in droge bermen en sappige grasvelden. Wat later volgen de platte bloemtuilen met witte tot roze bloemen. Het blad is lekker in de soep, salades en dergelijke. Ook geschikt in kruidenkoek.

Het kruid is goed voor de spijsvertering. Ook heeft het een krampwerende werking op de baarmoeder en remt het een overvloedige menstruatie.

Madeliefje Bellis perennis

De vrolijke, samengestelde bloemetjes, met hun gele hartje en witte lintbloemen, zijn leuk om bloemenkransen mee te vlechten. Ook mooi in een salade, of drijvend in een bordje soep.

Echte kamille Matricaria recutita

Echte kamille is een sterk geurend kruid, wat gelukkig weer steeds meer te vinden is langs de velden. Laat in de lente begint het te bloeien. De bloementjes zijn heerlijk om thee van te zetten, maar ook grappig in een salade. Kamille is een kruid met kalmerende eigenschappen. Het is goed voor de spijsvertering, verbetert de weerstand en is krampverminderend. Een kruid dat op milde wijze baat biedt bij allerlei kleine kwaaltjes. Zo kan bij een verkoudheid een stoombad met Kamille, verzachtend zijn voor de luchtwegen.

Boerenwormkruid Tanacetum vulgare

In de zomer zijn de mooie gele bloemen langs wegen en in velden te vinden. Boerenwormkruid heeft een sterke geur die niet door iedereen prettig wordt gevonden. De bloemen kunnen vers en gedroogd gebruikt worden als verfkruid met een zacht geel resultaat. Het is niet echt een eetbaar kruid, vanwege het hoge thujone gehalte. Vroeger werd het wel gebruikt om wormen te verdrijven, maar aangezien de toxische dosis vlakbij de werkzame ligt, is dit kruid niet echt een aanrader.

Zeepkruid Saponaria officinalis

De naam van het kruid zegt het al, dit heeft iets met zeep te maken.  Er zitten veel saponinen in, opgelost in water vormen ze na schudden schuim. Het heeft een minder krachtige reinigende werking dan zeep, maar kan wel vetten oplossen. De saponinen zijn vooral in de wortels van het Zeepkruid te vinden. Aftreksels hiervan kunnen in plaats van shampoo gebruikt worden. Inwendig hebben de Saponinen een prikkelende werking op het maagdarm kanaal. Niet echt een kruid om zomaar van te eten dus.


Harig knopkruid Galinsoga quadriradiata

Een kruid wat we aan het einde van de zomer en tot ver in de herfst te vinden is op akkers en in moestuinen. Het houdt van zandgronden. De vrolijke kleine bloemetjes zijn eetbaar, net als de blaadjes. Zowel in de salade als een kruidensoepje een smakelijk kruid.