De dag begint droog. Een flets zonnetjes schijnt. De vorst is eindelijk geweken. Op weg naar Moerveld, fiets ik altijd een stukje door een industrieterrein tot de grote grijze gebouwen en het brommend verkeer plaatsmaken voor open veld met bosjes en een enkel schaap. Ergens op het industrieterrein staat een digitale thermometer die standaard aangeeft dat het 18 graden is. Deze winter heb vaak hartelijk gelachen om het koppige meetinstrument. De bevroren grond en lagen sneeuw op Moerveld vertelden een ander verhaal. Koning winter verhinderde dat er grote acties ondernomen konden worden om de moes- en kruidentuin daar te realiseren. Toen hij even week, heb ik snel wat granen het land opgeslingerd. Dit tot groot enthousiasme van de hongerige kraaien. De zaadjes die zij over het hoofd zagen, zijn inmiddels gaan kiemen, dus gaan we toch Eenkoren, Emmer, Haver, Rogge, Spelt, Gerst en vele anderen tegemoet zien. Om verdere plunderacties te ontmoedigen, zijn er ook wat cd’s geplant. Installatie programma’s, Disneyland onder water, een cursus vliegen vangen en dergelijke. De glimmende ronde schijfjes met niet ter zake doende informatie, hebben we aan stokken gebonden. In de wind hangend, verspreiden ze al glimmend en dansend verwarrende informatie voor de vogels. Als de zon schijnt, springen er lichtvlekken tussen de zaden. De vogels blijven vooralsnog op afstand.
Vandaag gaat er nog meer gezaaid worden. Emil heeft de akkertjes gefreesd, waardoor de grond eindelijk los is. Lang geleden hebben 3 Tamword varkens er het gras weggegeten en de grond iets te goed aangestampt. Het water bleef daardoor op het land staan. Op enkele poeltjes na, is dat nu goed bewerkbaar. We kiezen een akkertje uit, waar vorige week al Erwten, Peulen en Kapucijners zijn geplant. Met mijn twee assistenten van deze dag achter mij aan, loop ik met een slingerbeweging door het land. Zo ontstaat een kronkelpad en allemaal kleine stukjes grond van enkele vierkante meters. Deze stukjes grond zijn van alle kanten goed bereikbaar. Al lopend rolt Larze met zijn ogen. “Hoe moet ik dit nu toch in mijn stageverslag gaan schrijven, in een treintje achter elkaar aanlopen.” Hij studeert voor boswachter. Zijn opmerking heeft niets met gebrek aan enthousiasme te maken. Als eerste trekt hij met een stok golvende lijnen op een juist geharkt stukje grond. Er gaat wat potgrond in en dan de eerste zaadjes van verschillende soorten snijbiet. Hij bedekt ze zorgvuldig met nog een laagje aarde. Niet lang daarna vallen de eerste regendruppels. Fouline gaat binnen een grondmengsel maken dat voor perspotjes geschikt is. We gaan er Maïs in zaaien. Buiten is het een natte bedoeling. Stug werk ik door. Nu de grond eindelijk te bewerken is, wil ik zo veel mogelijk planten. Water geven hoeft in ieder geval niet. Er komen nog een stel cd’s bij. Naambordjes. Dan is het tijd om naar huis te fietsen. Het fletse zonnetje breekt weer door het wolkendek heen.
In de grond