Blog

Glinsterijs, zonnetje en stinkbokken.

Posted on by wiesbrok

Met deze woorden in de ‘keienapp’ lokt Joost een fijn gezelschap naar de Steentuyn. De dag is met ijs begonnen. Omdat de wind zich gedeisd houdt, is het al snel aangenaam in de zon. De bokken in het weiland naast de Steentuyn houden schijngevechten met elkaar. Soms blijven hun hoorns in elkaar haken en is het even de vraag of ze weer los komen. In het bokkenweiland staat een uitkijktoren met daaronder onze gereedschapschuur. Erg goed voorzien zijn we nog niet, maar gelukkig is er een aantal basisdingen te vinden, zoals een roestige kruiwagen; wat scheppen en harken; een husseltje versleten tuinhandschoenen; een zaag en zelfs een grondboor. De bokken zijn zo druk met elkaar in de weer, dat ze nauwelijks opmerken dat er een kruiwagen door hun land wordt geduwd en via het poortje richting Steentuyn gaat.

Nog altijd is het kraantje niet geweest om de tuin te halveren, we hebben nog geen watervoorziening in de tuin, vers karton wachten we nog op, zo ook compost, mulch en haagspul. Dat alles mag de pret niet drukken. Er is genoeg te doen. Robin heeft de grondboor al te pakken voor een test in het natte gebied van de tuin. We zijn nieuwsgierig hoe dik de leemlaag daar is en of we er een natuurlijke minivijver kunnen aanleggen met moeras- en waterplanten. Op 50 cm blijft het water nog altijd staan. Dat is veelbelovend. Josefien gaat aan de slag om grote takken van het land af te halen die tijdens de storm de tuin zijn ingewaaid. Met wat laatste houtsnippers en oud karton legt Joost een extra pad aan, zodat we wat gerichter door de tuin kunnen lopen. Het plan is immers om de te beplanten grond niet te betreden, zodat de structuur van de bodem behouden blijft. Frank legt alles op film vast. Wies is in de weer bij de vorig jaar aangeplante bessenhaag. Maarten heeft toen een stel bessenstekken geschonken en zeker 2/3 daarvan is goed aangeslagen. De rabarber is wat moeilijker terug te vinden, maar wie weet komt die nog op. Het plan is dit jaar wat meer aandacht aan deze hoek te besteden, zodat de bessen niet wegraken onder het hoge gras. Intussen wieden Sabine en Tim onkruid in een gecultiveerd stuk van de Steentuyn dat gelukkig mag blijven.

Robin laat de grondboor voor wat die is, want de berg grote takken heeft hem op het idee gebracht een boomhut te gaan bouwen. Of nou ja, hij heeft het idee en naast takken zoekt hij vooral andere mensen om het uit te voeren. Gelukkig zijn er meerdere Timmen, en de tweede bouwt enthousiast met hem mee.
Dan is het al weer tijd voor een gezamenlijke lunch. Van verschillende hoeken komt eten en drinken, en zo genieten we van een overvloedige maaltijd op deze zonnige dag.

Uit het zaad

Posted on by wiesbrok

Op de kalender is het nog volop winter. Een zeer milde dit jaar. Vroege voorjaarsbloemen, zoals krokussen en narcissen, staan al overal in bloei, ook de gewone hazelaar is erg vroeg dit jaar. De vogeltjes doen vrolijk mee; lijsters zingen uit volle borst; merels vechten om een territorium; meesjes verkennen een nestkastje. Nu is het te hopen dat er ook al voldoende rupsjes en andere lekkere hapjes zijn, tegen de tijd dat de eerste kleintjes uit hun eieren kruipen.

Of het buiten nu warm of koud is, we hebben hier het geluk dat onze meeste huizen verwarmd zijn, en dat betekent dat we in februari al kunnen beginnen met het opkweken van groenten die van origine in een warmer klimaat leven. Deze planten zijn gebaad bij een lang groeiseizoen, willen zij vrucht kunnen geven. En die vrucht, daar is het ons juist om te doen.

In huize Wies is het ieder jaar weer een logistieke puzzel waar al het warmteminnend zaaigoed te plaatsten. Naast warmte hebben de jonge kiemen namelijk ook behoefte aan licht en voldoende water. Hiervoor aangewezen plek, de vensterbank, staat nog vol met overwinteraars voor wie het ook deze milde winter net iets te koud is buiten. Gelukkig is Wies erg creatief met het bouwen van opstellingen voor de plantjes, die aan al hun behoefte voorzien. Klein minpuntje is dat de rest van het gezin om die opstellingen heen moet leven en dat levert nog wel eens conflict op, bijvoorbeeld wanneer er tijdens het afwassen een lading stekjes vanaf de raamkant in de gootsteen belandt. Ook heeft Wies zoveel verschillende zaadjes, dat er altijd meer te zaaien valt dan het huis kan bergen.

Desalniettemin ook dit jaar weer vol goede moed aan de gang gegaan. Potjes vullen met aarde, naambordjes maken, water geven en dan de zaadjes erin. Paprika’s, aubergine, tomaten, artisjokken. Ook een aantal peulvruchten kunnen worden voorgezaaid en op een koele plek tot ontkieming komen. Sasha helpt met de kapucijners, tuinbonen. Ook met de pepers is ze van de partij. De zaadjes uit een gedroogd pepertje pulken en dan kunnen ze in de aarde. Helaas wrijft ze daarna in haar ogen en die beginnen natuurlijk verschrikkelijk te prikken. Snel met het arme kind onder de kraan en dan is het brandje gelukkig zo geblust. Een aantal kruidenzaadjes krijgen ook nog een plaatsje in de aarde.
Een dag later bedenkt Wies dat het tijd is voor een experiment. In deze milde winter gaat het vast wel lukken om groenten voor te zaaien, die normaal gezien pas in maart worden gezaaid. Kolen, wortel- en bietenzaad komt tevoorschijn. Peterselie, sla, prei en pastinaak. In de kas, achter in de tuin, is gelukkig nog plaats om het zaaigoed neer te zetten. Helaas waait die nacht het dak eraf. Voor het gaat regenen, timmert Wies gauw een stuk plastic op de kas vast, om de kiemen te beschermen. Hopelijk blijft dat zitten tot er weer een permanente oplossing komt.

Of toch niet….

Posted on by wiesbrok

Maandagochtend regent het pijpenstelen. In de nattigheid is een select gezelschap bijeen gekomen, daar waar de Steentuyn is gelegen. Theo van Brabants landschap is er; Joost natuurlijk, met verse koffie; Wies op de fiets en een gevulde koektrommel. Theo weet al snel te vertellen dat ook van het aangeplante gedeelte een heel stuk verwijderd gaat worden. Dat betekent dat we nog een groot aantal planten moeten verplaatsen. In rap tempo, de kraanwagen kan immers ieder moment arriveren. Gelukkig klaart het op en voegt ook Tiny zich bij ons team. Samen verzetten we heel wat planten. Het ‘hart’ van de tuin blijft grotendeels intact en vormt een mooi toevluchtsoord voor de evacués. Een deel van de prille frambozenhaag krijgt een plek langs een blijvende rand van de tuin. Tiny verzamelt de kaardenbolrozetten uit het afgraafgebied. Die krijgen een plaats in de natte zone van de tuin. Al is het op dit moment natuurlijk overal nat. De ochtend vordert, maar er doemt nog geen graafmachine op aan de horizon.
Dan bereikt ons het bericht dat het kraantje een kabel heeft geraakt tijdens de vorige klus en nu een onbekende vertraging heeft opgelopen. Wij maken gebruik van het oponthoud door een plek te creëren waar de afgegraven grond zo lang (tot het nieuwe stuk tuin van karton is voorzien) kan worden neergelegd. Eerst moeten enkele bessenstruiken worden verplaatst. Dan besluiten we ook vast een laag oud karton, over van vorig jaar, op het gras te leggen waar de gronddump mag plaatsvinden. Tiny waarschuwt dat het flink gaat waaien in de loop van de week. Idealiter is het karton dan al lang volgestort met tuinresten, maar wellicht toch verstandig het papier wat te verzwaren. In en om de Steentuyn zijn toch stenen genoeg te vinden. Niet veel later is ook dat klusje geklaard. Een graafmachine is in geen velden of wegen te bekennen. De tuinploeg heeft inmiddels prioriteiten elders. Op hoop van zegen verlaten we de Steentuyn.
Als later deze week de storm is uitgeraasd, zijn de compostbakken omver gewaaid. Het karton ligt er nog altijd onberoerd bij. Zo ook de rest van de Steentuyn.

varenrouwmug

Posted on by wiesbrok

Al een tijdje hangen ze hier in huis rond. Ook bij andere mensen die Wies spreekt komt het diertje bekend voor. Een soort van fruitvliegje, maar dan eentje dat voornamelijk bij de planten zit. In de potgrond worden eitjes gelegd en de larfjes die hier uitkomen, voeden zich met rottende plantendelen, maar ook jonge verse worteltjes vinden ze niet te versmaden. Zwakke planten zullen dan ook het loodje leggen, eens ze ontdekt zijn door de varenrouwmug, zoals het vliegje heet. Voor sterke planten is het probleem minder groot, vandaar dat het vliegje tot nu toe weinig problemen heeft opgeleverd.

Echter, nu de tijd aanbreekt om de eerste groenten te gaan voorzaaien, zou het erg fijn zijn als de varenrouwmug het huis verlaat. Wies gaat op zoek naar manieren om het diertje daartoe te bewegen. Een beproefde methode zijn aaltjes. Waarschijnlijk zijn ze de prijs wel waard. Via de post zou een lading kunnen komen om het vliegjes-probleem op natuurlijke wijze op te lossen, aangezien de aaltjes zich voeden met de larfjes van de varenrouwmug. Moet wel de potgrond precies vochtig genoeg zijn en ze zijn maar beperkt houdbaar. Een andere oplossing zou in de categorie kruiden kunnen liggen. Kaneel en tijm in het drinkwater van de planten, verhinderen dat de larfjes het proces tot vlieg overleven. De potgrond uitdrogen zou eveneens tot gevolg hebben dat de larfjes het niet lang maken, maar is ook riskant voor de plant. Buiten zitten momenteel geen varenrouwmuggen. Wellicht heeft de winterkou daar iets mee te maken, al vriest het niet echt.

Wies besluit om alle kamerplanten buiten te zetten, beschermd tegen de regen met een stuk landbouwplastic. Zelfs de tropische planten gaan mee, de milde winterse kou zal een schok voor hen zijn.
Als in het weekend een van de zeldzame keren is dat koning winter ijzig op de deur klopt, gaan de planten snel weer naar binnen. Samen met de varenrouwmugjes, die weinig onder de indruk waren van het experiment. Dan een ander offensief. Alle plantenpotten worden voorzien van een laagje schelpenzand. Dit zand zou verhinderen dat er nieuwe eitjes gelegd worden in de potgrond, de vliegjes kunnen er zo immers niet meer bij. Ziet er wel grappig wit uit zo. De kinderen zijn zelfs zo goed om er niet in de gaan zitten roeren met hun handjes. Mugjes fladderen enigszins paniekerig rond de planten en zoeken het dan hogerop. Boven bij de raam wonen een aantal spinnetjes die gretig hun netten uitgooien. Wellicht dient zich zo toch nog een natuurlijke oplossing aan, al hangen er een week later gelijk weer rouwmugjes rond de juist gezaaide pepers en tomaten.

Operatie Steentuyn wordt voorbereid

Posted on by wiesbrok

Op deze mooie zonnige dag in februari lijkt de Steentuyn een dorre vlakte, voornamelijk bedekt met afgestorven mosterdzaad. Hier en daar staat nog een plukje aangevreten spinazie omhoog en stompjes van reeds geoogste kool. Stuifzwammen ploffen groenige sporen de lucht in wanneer ze per ongeluk beroerd worden. Baboestokken reizen eenzaam de hoogte in waar eens bonen groeiden. Een met dode pompoenplanten overwoekerd hekje omgrenst het stuk van de Steentuyn wat het eerste jaar het meest intensief beplant is geweest. Ook nu zijn hier nog doorlevende kruiden te vinden zoals rozemarijn en salie. Zelfs de rucola en andere mosterdachtigen hebben de winter zover doorstaan en laten hun groene en rode blaadjes schitteren in het zonlicht. Stokrozen wachten er op een nieuw seizoen om tot bloei te komen, net als de kardoen en het zeepkruid. Rozetten van de kaardenbol verbergen zich onder verdroogde stengels, ook staan reeds ontsproten zaadjes op betere tijden te wachten. In een ander hoekje zijn groene blaadjes van veldsla te zien.
Voor de graafmachine hier maandag zijn gang kan gaan, mag er nog wel het een en ander gebeuren om het leven in de tuin te beschermen. In aller ijl zijn er plannen gesmeed om dit te kunnen bewerkstelligen. Het dode mosterdzaad willen we van het land harken om later als mulch te kunnen gebruiken, nieuw te ontginnen land met karton bedekken, planten verplaatsen die op ‘bedreigd gebied’ groeien, het hek verwijderen, plantenresten wegsnoeien enz. Gelukkig belooft het een mooi weekend te worden. Nu is het even de vraag of we op korte termijn voldoende mensen bij elkaar kunnen krijgen voor de operatie Steentuyn. Dat blijkt een uitdaging; mensen hebben al andere plannen, ziekte gooit roet in het eten en Joost moet dit weekend zelfs een heuse verhuizing regelen.

Gewapend met een riek en wat speeltjes voor de 3 jarige Sasha springt Wies met haar dochtertje op de fiets en tijgt naar de Steentuyn. Wies zet zich aan het mulch verzamelen. Sasha is verguld als ze het net aangevroren minivijvertje ontdekt. Ze prikt er in met een bamboestok en wil natuurlijk ook even op het ijs gaan staan. Al snel heeft ze één nat sneeuwlaarsje, gelukkig blijft ze verder op de kant. Dan gaat ze helpen met de mulch door met de bamboestok in de hoop verdort mosterdzaad te porren die Wies versleept. Na enkele uren rusten ze even uit, liggend in de dorre hoop, starend naar de blauwe lucht. Sasha gaat met haar kleine gele graafmachine op zoek naar regenwormen in de compost, daarna maakt ze een mooie krijttekening op haar gezicht, terwijl Wies verder harkt. Onverwacht komt ook Joost even aangewaaid met een vriend van hem. Hij ziet Sasha’s graafmachine en constateert opgelucht dat het een neppe is. “Ik was even bang dat die foto in de ‘keiengroep’ echt het kraantje van Theo was.” Halverwege de middag gaat iedereen naar huis. De klus is een eind geklaard.

Kraantje

Posted on by wiesbrok

“Binnenkort komt er een kraantje,” vertelt Theo, onze held van Brabants Landschap, dit omdat hij ervoor gepleit heeft dat de Steentuyn kan blijven bestaan. Deze permacultuurtuin is vorig jaar tot leven gekomen, maar de locatie bleek wat ongelukkig. Namelijk midden op een grasveld dat een monumentaal pand omringt en voor altijd kortgemaaid en groen zou blijven, zodat de zicht op het monument optimaal is. Dankzij veel enthousiasme en miscommunicatie ontstond de Steentuyn. Maanden lang genoot zij een onzekere status en voorzag ons intussen van een uitbundige oogst. Gelukkig mag ze nu dus blijven, zij het dat de tuin zich wat dient terug te trekken uit het grasveld. Brabants Landschap, eigenaar van het gebied waar de Steentuyn is geland, heeft zelfs toegezegd het project actief te ondersteunen. Nu gaat er dus de beloofde put geslagen worden, begrijpen Joost en Wies, die samen met Eleonora initiatiefnemers van de tuin zijn. Zeer fijn, dan kunnen we altijd over water beschikken voor de jonge aanplant, zelfs als de zomer zich weer eens van haar droge kant laat zien. Er is een hele lijst die afgewerkt moet worden, voor de tuin daadwerkelijk levensvatbaar is. Water is hiervan een essentieel onderdeel. Financiering van het project en aantrekken van participanten zijn andere zaken die bovenaan staan. Nu we groen licht hebben voor de tuin, kunnen we doorgaan met subsidie aanvragen voor materialen en mogen we ook publiciteit aan het project geven. De eerste nieuwe vrijwilligers hebben we deze week mogen verwelkomen in onze app-groep “keien van de Steentuyn”, waarin activiteiten rond de permacultuurtuin worden gemeld. Ook ligt er een stapel actieplannen klaar om activiteiten, zoals haag planten en compost maken, in goede banen te leiden.

Dan staat er donderdag ineens een bericht van Joost in de app-groep, waarin hij meldt dat er maandagochtend een graafmachine komt. Wies leest het bericht een aantal maal en vraagt zich af wat die graafmachine dan in vredesnaam komt doen. Ze hebben de nieuwe plek voor de tuin immers nog niet afgedekt met karton, noch is er compost om het karton te bedekken. Al snel blijkt dat Theo de graafmachine heeft geregeld om het stuk tuin dat van het grasveld af moet, weg te schrapen. Dat bedoelde hij met ‘kraantje’. Nog geen water dus, maar de tuin komt zo wel snel in beweging.

boek recensie: Permacultuurprincipes in de natuurlijke moestuin

Posted on by wiesbrok

Het was voor mij een leuke verrassing dat ik, enige tijd geleden alweer, werd uitgekozen voor het YGGDRASIL street team. Op het landgoed Yggdrasil wordt al meer dan 20 jaar op een natuurlijke manier groenten en fruit gekweekt. Frank Anrijs heeft hier inmiddels 3 boeken over geschreven. Het laatste boek, waarover deze recensie zal gaan, samen met zijn moeder. Zij is erg thuis in de wereld van de permacultuur. Boek 1 uit de reeks heb ik van mijn goede vriend Jan gekregen, boek 2 heb ik zelf aangeschaft wegens groot enthousiasme over het eerste deel en boek 3 viel onlangs in mijn brievenbus. Ik mag er een recensie over schrijven.

Deel drie vertelt mij dat de naam Yggdrasil Es betekent. Bij de Noorse volkeren was de Es een levensboom. Ze laat zien waar stromend water is en door haar ingesneden blad dringt er relatief veel licht door tot onder de boom, waardoor onder de Es veel plantengroei mogelijk is. Midden op het terrein van Yggdrasil staat een treur-es, die al meer dan 100 jaar oud is. Bij aankoop was de rest van het terrein ongeveer kaal en de vruchtbare laag was afgespoeld. Met de juiste kennis en door grote toewijding is het landgoed omgetoverd in een groene oase.

In het boek wordt op een eenvoudige manier uitgelegd hoe bij Yggdrasil de permacultuur principes worden toegepast. Het laat zien hoe de brede theorie van permacultuur praktisch in je tuin gebruikt kan worden. Nederlandstalige literatuur toegespitst op het klimaat in onze streken. Al is ook bij Yggdrasil het antwoord op de huidige zeer zachte winters, extreme droogte, of juist incidentele zeer zware regenval nog in wording.

Je hoeft niet heel erg thuis te zijn in de wereld van permacultuur om het boek goed te kunnen lezen. Zowel de drie ethische principes als de twaalf ontwerpprincipes worden uitgebreid uitgelegd. De betekenis komt steeds aan bod en ook hoe je het principe praktisch toepast in een tuin. Daar hoef je niet perse een heel groot landgoed voor te hebben. In het boek worden projecten van over de hele wereld beschreven om bepaalde principes toe te lichten, vaak ook zijn het voorbeelden uit de praktijk van Yggdrasil. De kennis is steeds goed onderbouwd. Grappige weetjes worden gedeeld. Gedetailleerde uitleg wordt gegeven over hoe bijvoorbeeld een oorwormpotje te maken of een takkenril. Dit alles is geïllustreerd met vele prachtige foto’s. Het laatste stuk van het boek is geheel geweid aan de transformatie van Yggdrasil, wederom met als leidraad de permacultuur ontwerpprincipes. Het boek is boeiend geschreven, waardoor je je op het landgoed waant.

Door de structuur van het boek, steeds uitleg via de permacultuurprincipes, zit er veel herhaling in het boek. De principes overlappen elkaar namelijk en komen eerst algemeen aan bod, vervolgens nog eens specifiek voor Yggdrasil. Door de herhaling blijft de informatie beter hangen en het laat goed zien hoe alles met elkaar samenhangt in een natuurlijke tuin. Mocht je over een specifiek onderwerp iets terug willen zoeken, via de trefwoordenlijst ben je er zo weer.

De natuurlijke moestuin staat centraal, maar ook het inrichten van een groter terrein, (de omgeving is uiteraard van invloed op de moestuin) met houtwallen, klein fruit, een waterkering en een bos, wordt duidelijk uitgelegd. Het lezen van dit boek kan echt een bewustwordingsproces zijn. Het inspireert om in je eigen leefomgeving aan de gang te gaan de wereld een stukje mooier te maken. Door de praktische tips en handreikingen kun je gewoon ergens met iets kleins beginnen en steeds verder uitbreiden.

Momenteel is onze tuin net iets kleiner dan Yggdrasil, maar ook uit dit boek ga ik weer enkele ideeën halen om ons moestuintje te verbeteren en meer van de tuin te kunnen genieten. Wie weet treffen we in de nabije toekomst nog eens een groter landgoed om meer uit dit boek te kunnen toepassen en een stukje aarde op te vrolijken.

Grens overschreden

Posted on by wiesbrok

Vriendelijk, doch beslist attendeerde onze buurman mij erop dat er enkele planten voor zijn uitzicht stonden. Wettelijk gezien mochten ze daar niet staan, binnen ‘n halve meter van de schutting. Het groen waar hij op doelde had ik als leifruit bedoeld, dus stond ruim binnen de 0,5 meter. Er zat een kers en een perzik tussen die flink de hoogte in zijn geschoten deze zomer. Niet de meest geschikte planten als leifruit, maar ik was eigenwijs genoeg om toch eens te kijken wat er dan zou gebeuren. De buurman op de stoep dus. Hij had alles uitgezocht, vertelde hij. Er kwam een heel verhaal over een rijdende rechter, waar ik belangstellend naar luisterde, omdat ik geen flauw idee had wat ik me daar nu weer bij moest voorstellen. Aangezien hij in zijn recht stond, beloofde ik een betere plek voor de enthousiaste boompjes te zoeken. “Bomen mogen zelfs niet binnen 2 meter,” wist mijn attente buurman. Gelukkig ontdekte ik in het wetboek dat leifruit wel is toegestaan, mits het niet hoger dan de schutting groeit.
Voor de kers vond ik een nieuw stekje, naast een poot van de kippenren. Beetje bijsnoeien en we hebben er niet eens last van als we met de fiets de poort uitrijden. De perzik is naar de voortuin verhuisd. Van plaats verwisseld met een mini-kruisbes. Met wat stokjes heb ik de takken van de perzik aangezet tot een andere groeirichting. Dit omdat het boompje nog op een platte-tegen-de-muur groeistand staat en nu beter alle kanten op kan gaan groeien voor de stevigheid. De krulwilg op de hoek van de tuin mag gelukkig wel blijven staan van de buurman. Ik heb beloofd deze boom te snoeien in het voorjaar. Dan heeft gelijk de hele straat paastakken.
Ook onze pergola heeft het licht gezien in de afgelopen tijd. Met dank aan Maarten en de helpende handen van onder andere Frank, Ingrid, Toon, Sjaan. Net voor het echt hard begon te regenen en zelfs de bouwlamp niet genoeg licht meer gaf, had ik het ding afgedicht, zodat die voorlopig waterbestendig is. Tegen een van de palen groeit inmiddels een kiwi, een andere paal is van ‘n druif voorzien. Bovenop de pergola komt nog iets ter ondersteuning van het groeiend fruit. De kinderen helpen gretig mee om alle pas verplaatste planten van voldoende water te voorzien.

Lang geleden…..

Posted on by wiesbrok

Het is eventjes uitvogelen hoe dit ook weer allemaal werkt hier. De laatste verhalen zijn van 2016 zag ik net en in de tussentijd ziet de wereld er heel anders uit. Zo ook mijn leven. Indertijd was de meest bizarre situatie waarin ik meende terecht te kunnen komen, die van huisje-boompje-beestje. Je raadt het vast al, tegenwoordig woon ik dus in een rijtjeshuis, met mijn lief en onze 2 kinderen, (uiteraard een jongen en een meisje) en een auto voor de deur (die ik overigens nog steeds niet kan besturen).

Met ook de jongste naar school, breekt de tijd aan om deze website nieuw leven in te blazen. Een mooi project en wie weet waar het mij weer brengt. Helemaal huisje-boompje-beestje zijn we trouwens nog altijd niet. Daarvoor staan er net iets te veel boompjes en andere planten in de tuin, waarvan iedere vierkante cm benut wordt. Beestjes hetzelfde verhaal. Op de bloemenzee, gedurende vrijwel het hele jaar aanwezig, komen allerlei insecten af. Ook heeft mijn lief een kippenhok gebouwd waar geregeld vrolijk gekakel te horen is.

Het plan voor de voortuin is om een heel klein voedselbosje te laten ontstaan. Er staan verschillende bessenstruiken, rabarber, wilde aardbijen, allerlei kruiden en zelfs wat heuse minibomen. Met bakken en potten zijn extra hoogteverschillen aangebracht. Zo is er een bak met zeeplanten en eentje met water minnende planten. Houtsnippers bedekken een smal kronkelpad. Aan de straatkant groeit een haagje van lavendel en rozemarijn. Langs de ligusterheg, die de afscheiding vormt met de buren, staan bonenstaken met mooie rode bloemen. Japanse wijnbes en loganberry begroeien een boog aan de ingang van de tuin. In de grond zitten vele bloembollen, die in het voorjaar hun pracht laten zien. Naar de voordeur is een stenen pad. Ook is er een houten bankje, waar we graag opzitten om uit te kijken over de weelde.

De achtertuin heeft stenen afscheidingen met de buren. Ertegenaan heb ik plantenbakken gemaakt, waar nu leifruit instaat en diverse kruiden. Dan zijn er stijgerhouten plantenbakken in het midden van de tuin, die als moestuin gebruikt worden, volgens het principe van schijnbare chaos. (Hoewel in dit beginstadium echte chaos geregeld de overhand heeft.) Er staat een kas, waar dankbaar gebruik van wordt gemaakt. Bij de achterwand is het kippenhok te vinden, met ook daarin weer planten, zoals een vlinderstruik, doornloze bramen, vlierbes en hop (een mannetje, oeps!). Inmiddels groeien er ook pompoenplanten over het kippenhok. Een notenboompje staat midden op het grasveld. De planten hebben de tuin bijna helemaal gevuld, maar er is nog net ruimte voor een zandbak, een zitplaats en een kinderbadje in de zomer. In de nabije toekomst gaat een pergola met kiwi’s en druiven, dit gedeelte van de tuin beschutten tegen de overvloedige zomerzon.

Hoewel er gelukkig wel meer groen te zien is in de buurt, springt onze tuin er uit qua diversiteit, wat als gevolg heeft dat allerlei diertjes er zich prima thuis voelen. Merels komen naar pieren zoeken, wat in het droge voorjaar en zomer als gevolg had dat de jonge kiemplantjes er steeds werden uitgegooid, omdat de wormen zo diep zaten. Meesjes maken nestjes; er zijn vlinders, bijen, muizen, slakken. Ook de buurtkatten weten onze tuin te vinden. Diverse insectenhotels trekken weer andere vriendjes aan. We gaan steeds meer naar een mooi organisch geheel, hoewel we nog niet echt heel veel uit de tuin hebben kunnen eten dit jaar. Door stap voor stap verbeteringen aan te brengen, gaat de opbrengst zeker omhoog en genieten van de tuin kan nu al in overvloed.

vlinders en rottend fruit

Posted on by wiesbrok

Wespen zijn er niet zoveel dit jaar. Dat zou kunnen komen omdat het eind maart nog flink gevroren heeft, toen de wespen al volop bezig waren zich klaar te maken voor het buitenleven. Wespen kunnen vervelend zijn. Intussen ruimen ze ook een hoop afval op.

Rottend fruit bijvoorbeeld. Dat is er in deze tijd van het jaar genoeg te vinden onder de vele fruitbomen die her en der staan. Appels, peren, pruimen. Wespen, vlinders en andere insecten weten er wel weg mee. Ze komen op de zoete geur van al die vruchten af, maar ook op de geur van alcohol. Ze doen zich te goed aan het sap. Aan hun komisch dolle vluchten kun je zien dat ze behoorlijk aangeschoten raken. Vooral vlinders spreiden zo een onbezonnen kleurenpracht ten toon. De alcohol doet hun coördinatie teniet en botsingen zijn aan de orde van de dag, met alle gevolgen van dien. Glinsterende vleugeltjes fladderen zonder lijfje nog een laatste stukje en landen dan tussen het gevallen fruit.

Mocht je een fruitboom in de tuin hebben, wist je dat je dan volgens de wet eigenlijk strafbaar bent op het moment dat er een vrucht onder ligt te rotten? Je bent dan een alcoholproducent. Gelukkig wordt daar niet zo letterlijk naar gekeken. Anders zou je zelf geen brood mogen bakken en kan de groenbak ook wel afgeschaft worden. Al het fruit in een eikenhouten vat met wat water gooien en er dan over een paar maanden aan de onderkant cider uit tappen, is vermoedelijk wel weer net over het randje van deze wet.

Wil je dronkenschap in het insectenrijk enigszins voorkomen, dan kun je met al dat fruit zelf ook een hoop leuke dingen doen. Jam en vruchtenmoes van maken bijvoorbeeld, om in uitgekookte potjes te bewaren voor de winter. Je kunt het fruit drogen in de zon, op een lage stand in de oven of in een droogmachine. Veel fruit kan geperst worden om heerlijke fruitsap van te maken. In een taart misstaan al die zoete vruchten ook niet. Bij veel van deze verwerkingsprocessen houd je heel wat fruitafval over. Wil je voorkomen dat hier alsnog insecten mee aan de haal gaan, dan zijn er verschillende opties, zoals de kippen verwennen of in een goed afgesloten groenbak opbergen, tot deze geleegd wordt.

Van appelschillen, klokhuizen en een enkele zoete appel, kun je bovendien vrij makkelijk zelf appelazijn maken. Net als voor het maken van cider, gaat het fruitafval eerst in een afgedekt vat. Zorg wel dat het ontstane koolzuurgas weg kan. Als het niet meer bubbelt, is alle fruitsuiker omgezet in alcohol. Vervolgens zorg je dat er zuurstof bijkomt. Op het mengsel zal een witte laag ontstaan, azijnmoer genaamd. Dit zijn micro-organismen die met behulp van zuurstof de alcohol omzetten in azijn. Fruitresten eruit en klaar is je appelazijn.

Een voordeel van het gewoon laten liggen van rottend fruit is dat de insecten dan zoveel plezier hebben in de boomgaard, dat je ongestoord ijsjes kunt eten in de rest van de tuin.